Als iemand iets hoort te zien dat er duidelijk is, maar niet ziet, zeggen we dat die persoon de olifant in de kamer niet ziet. Hoe kan iemand een olifant in een kamer over het hoofd zien? Het kan. Voorbeeld: voor de Tweede Wereldoorlog vluchtten duizenden Duitse Joden de grens over naar ons land, maar onze regering van toen zei: zo erg is het daar niet bij onze oosterburen. Ander voorbeeld: tientallen jaren haalde de NAM delfstoffen uit de Groningse bodem, maar de NAM zag geen gevaar voor de Groningers. Regering en NAM zagen de olifant in de kamer niet.

Meestal ziet men de olifant uiteindelijk wel. Het kan kort duren of langer, men kan bijziend zijn of ziende blind maar bijna altijd wordt ie opgemerkt. Alle olifanten? Nee. Er is 1 olifant – een reuze exemplaar zelfs – die door onze kamers (zowel de eerste als de tweede) niet wordt gevonden. Omdat ie verstopt zit achter de plint van ons collectief geweten. Of misschien wel omdat ie door de vele lobbyisten en experts die belang hebben bij zijn onzichtbaarheid gevangen wordt gehouden in the hidden room van het parlementscomplex.

Bij alle problemen van deze tijd, of liever gezegd bij het vinden van oplossingen voor elk probleem anno nu, staat vrede voorop. Je kunt geen woningen bouwen als er steeds wederopbouw moet gebeuren. Je kunt het klimaat niet redden, noch het milieu of de biodiversiteit, als overal oorlog woedt. Je kunt de zorgvraag niet tackelen als er steeds zieken en gewonden worden aangesleept. Je kunt de arbeidsmarkt niet evenwichtig maken als er steeds vluchtelingen aankloppen. Je kunt de wereldhonger niet bedwingen als de grond wordt ondermijnd.

Het herstellen van vrede en het bewaren ervan is het AZ van het welzijnsalfabet. Elk probleem kan opgelost worden mits er in vrede aan gewerkt kan worden. Als dat zo is, waarom hebben alle landen dan een ministerie van Defensie in plaats van een ministerie van Vrede? Waarom is vredeswetenschap een nauwelijks bestaande wetenschap voor enkele wetenschappers in plaats van een wetenschap met de statuur van wis- en natuurkunde? Waarom zenden we ons leger uit naar Afghanistan op vredesmissie, maar hebben we sinds het vallen van de Muur nooit vredesmissies uitgezonden naar Rusland?

Natuurlijk, ik weet wel, het Kremlin heeft er nooit naar gevraagd. Maar je had ook niet het leger hoeven sturen. We – en niet alleen Nederland, maar alle westerse landen – hadden wel veel meer móéten en kúnnen doen. Niet tussen regeringen, maar tussen volken. Investeren in elkaar door cultuurkloven te overwinnen, de geschiedenis op elkaar afstemmen, van elkaar leren, respect tonen voor elkaars kunst en literatuur. Als Frankrijk, Duitsland, Amerika en Rusland vanaf 1990 hand in hand hadden gestaan op elke herdenkingsdag voor Stalingrad – zou logisch zijn want er sneuvelden miljoenen Russische soldaten in de strijd tegen de nazi’s –, als hun presidenten hand in hand de vrede hadden gevierd jaarlijks in zowel Normandië als Volgograd, was die krankzinnige oorlog in Oekraïne waarschijnlijk nooit losgebarsten.

Het is nog niet te laat. We kunnen beginnen de olifant te zien. We moeten samen rampen te lijf. Puinruimen, maar dan moet het menselijk geweld stoppen. Er is nog steeds kans. Er is altijd kans op wereldvrede, als we die echt in groten getale willen. En ernaar handelen. Zien, willen, handelen.

 

Afbeelding van Gordon Johnson via Pixabay