We hebben een muis. Al sinds drie maanden zet die ons te kakken. De muis vóór de huidige muis liep in de muisvriendelijke val zoals het hoort. We vonden hem snel en levend en wel in de dichtgeklapte val en brachten hem of haar naar het bos. Maar deze muis, die we Kees hebben gedoopt, is superslim. Kees eet de kaas uit de val op zonder dat deze dichtklapt. Iets wat technisch alleen maar mogelijk is als Kees het principe van het klapmechanisme snapt. Plus dat hij erin slaagt om zonder het minste geringste schokje de kaas weg te snoepen en achteruit sluipend het smalle valletje te verlaten.

Soms zien we Kees. Altijd onverwacht. ’s Ochtends als je slaapdronken de keuken in waggelt, schiet ie weg. Of ‘s avonds als je moe op de bank hangt en vanuit een ooghoek onder de televisie ineens een babysokje ziet bewegen – dat is Kees. Je kunt je doodschrikken, zoals Marijke bijna overkwam toen ze door een muis verrast werd die uit de keukenla sprong toen zij die opendeed, maar dat probeer ik te voorkomen. Toen we twee maanden geleden in de smiezen kregen dat Kees beschikte over een geniaal verstand, hebben we een dagelijks stofzuigerbeleid ingevoerd. Er is geen koek- of broodkruimeltje te vinden in huis.

Dachten we.

Kees migreerde naar de kelder. Kennelijk vond hij een onderaards gangetje van kamer naar kelder. Hoe dan ook. Kees houdt van chips, want toen ik een zak paprika chips van het kelderschap nam vielen er chips aan de onderkant uit. Kees had zich er een weg naar geknaagd. Schandalig zonde, ook van de chips. We zetten twee muisvriendelijke valletjes in de kelder met kaas en chips erin. Na drie kansloze dagen wachten stelden we de valletjes verdekt op zodat Kees argeloos in de val zou lopen. Na vruchteloos wachten trokken we plastic handschoenen aan, boenden de valletjes om ze van mensengeur te ontdoen en prikten het muizenvoer met een pincet aan de pin. Al het voedsel waar Kees van zou kunnen houden plaatsten we in potten, trommels en Tupperware bakken. Onze koelkast zit propvol en overal staan bakken met voedsel potdicht verpakt. Onze bewegingsruimte in huis is aanzienlijk geslonken dankzij Kees. We zetten een val pal voor het holletje waar hij wel eens in verdwijnt. Ook plaatsten we vallen in de kelder op heel slimme plekjes.

We wachten nu al drie maanden vergeefs op de verlossende klap.

Marijke en ik weten zonder dat we het tegen elkaar uitspreken dat Kees ons te slim af zal blijven. Hij wil ons geweten op de proef stellen. Dat we ten einde raad gif zullen strooien. Of een dodelijke val zetten met heerlijke Roquefort erin. Een moordkat leasen. Doen we niet. We zullen hem levend krijgen. En brengen naar het bos. En anders is er hoop. Muizen worden niet oud. En de kans dat zijn opvolger even slimme hersentjes heeft is klein. Bachs kinderen waren ook minder muzikaal dan Bach zelf. Dus komt het vanzelf goed.

Kees is slim, maar wij ook.

 

foto @ George Knottnerus