Vriendjesjournalistiek

Vanaf eind vorige eeuw veranderde het medialandschap in ons land snel. Waar vroeger de invloeden uit de Franse cultuur een belangrijke rol speelden, was het vanaf de jaren ’80 vooral de Anglo-Amerikaanse cultuur die Nederland veroverde. Dat een Franse chanson zoals l’Été Indien van Joe Dassin nu een hit zou zijn is welhaast ondenkbaar. Hetzelfde geldt voor films met Jean Paul Belmondo of Louis de Funès. In mode, literatuur, society en educatie zien we een vergelijkbare koerswijziging. De Nederlandse blik richt zich westwaarts.
Grote broer Amerika was steeds vaker en meer het voorbeeld voor politieke opvattingen en smaken. De sociaaldemocratie werd al snel door het opkomend neoliberalisme geframed als socialisme of zelfs communisme. Alles wat door overheid of staat wordt gerund of geclaimd moet worden geprivatiseerd of gebracht naar de vrije markt. De liberalen en neoliberalen hebben indachtig hun grote voorbeeld aan de andere kant van de grote plas een overdreven optimistisch beeld van de werking van die mondiale vrije markt. De productie zou leiden tot efficiency, concurrentie tot kwaliteitsverbetering, de prijzen zouden dalen en de winsten stijgen. Iedereen tevreden.
Nee dus.
Al in de eerste jaren van het nieuwe millennium bleek dat de sprookjesballon hoogte verloor. De privatiseringen van openbaar vervoer, post, energie en telefonie haalden de doelstellingen niet. Het besef begon door te dringen dat je zowel binnen als buiten de overheid op een goede of op een slechte manier leiding kon geven. Nu pleiten economen ervoor om de overheid weer een grotere rol te geven in de economie en essentiële producten en diensten binnen de grenzen te houden.
Het medialandschap echter is, zo lijkt wel, onomkeerbaar de snelle wereld van het grote geld binnengezogen. Kijk- en luistergeld werden afgeschaft en reclame ingevoerd. Waar het in de vorige eeuw ging om het programma, gaat het nu om de personality. Een camerashot mag nooit te lang duren, want dan gaat de kijker zich vervelen. Bij elk thema in een debat wordt een voor- en tegenstander uitgenodigd voor een spraakmakend robbertje knokken. Niet de oplossing staat centraal, maar het probleem. Niet de privacy, maar het schandaal. Niet de kijker verheffen, verdiepen en verbinden, iets verduidelijken of leren is het doel, door snel amusement, ophef, soaps, reality- en emo-tv wordt de kijker van sterblok naar sterblok gejaagd.
Onderscheid tussen publieke en commerciële omroep is nagenoeg vervallen. Toppresentatoren bij de NPO verdienen supergoed en daarbuiten megaveel. Met je hoofd op televisie komen, dan Wie is de mol, De slimste mens, een interview met fotoshoot in een magazine, een eigen show, een eigen boek, Zomergasten. Ziedaar de ideale carrièrelijn voor de slimste journalist. En dan zorgen dat je een vriendje, partner, zoon erin fietst. Tussendoor dankzij een jury met een vriendje erin een gewaardeerde prijs pakken die je definitief BN’er maakt. Was het in de vorige eeuw de Gooise Matras, nu is het Vriendjesjournalistiek dat de klok slaat. Het toppunt daarvan zagen we in de laatste aflevering van Zomergasten. De ene toppresentator gaat de andere toppresentator een avondlang interviewen en daar mogen wij drie uur lang naar kijken.

Afbeelding van Gerd Altmann via Pixabay