Herrie in vredestijd

Als ik kijk naar een fotootje van mezelf als driejarige peuter herinner ik mij waar het was, wat ik dacht en wat er precies gebeurde. Of herinner ik mij wat mijn moeder me vertelde over die foto? Wat ik wel heel zeker weet is dat het leven aan de rand van een stadscentrum fijn is. Ik bof natuurlijk omdat ik een woning heb met tuin en een goede gezondheid. Mijn oren echter hebben veel te stellen met godganse herrie. Is het geen snerpende scooter dan is het wel een opgevoerde auto met afgezaagde knalpijp. Is het geen razende bladblazer, dan is het een hell’s angel die het leuk vindt om zijn motor te laten exploderen. En dan zijn er de klussers en bedrijven die zich auditief laten gelden. Boormachines, boomzagen, ladende of lossende dieselbusjes of achteruit piepende trucks, bulldozers die struiken rooien zodat hoveniers ze kunnen vervangen door tuintegels, volautomatische vuilniswagens of fossiele tyrannosaurussen rex op rupsbanden die het asfalt opensplijten om de koppeling van een leiding even extra aan te draaien. De stad ontvluchten op de fiets via stille landweggetjes kan, hoewel het een uitdaging is geitenpaadjes te vinden zonder herrie van motorraces, trekkers en straaljagerlaagvliegroutes. In een gehucht schuift een glazenwasser een angstwekkende mobiele bazooka met waterkanon uit. Het is dat Nederland zo vredelievend is, anders zou je je wanen in oorlogstijd.

Misschien dat ik overdrijf. Wellicht dat met het ouder worden de trommelvliezen wat gevoeliger worden. Dat de behoefte aan rust recht evenredig stijgt met de leeftijd?

Kan zijn dat dit in het algemeen zo is, maar niet bij mij. En hier komt mijn echte geheugen om de hoek kijken, geholpen door mijn zorgvuldig bijgehouden levensdagboek. Als achtjarige jongen speelde ik in het plantsoentje voor mijn ouderlijk huis toen een oorverdovende knal de hemel doorboorde. Alles trilde om me heen en ik trilde op mijn benen. Onweer, dacht ik. Maar dan heel erg. Dat was vreemd want ik zag geen wolkje aan de lucht. Mijn oudste broer loste mijn raadsel op: het was een starfighter die door de geluidsbarrière vloog. Ik vond het raar, idioot en onbegrijpelijk dat zoiets kon en mocht, midden in de stad. Vier jaar later zag en hoorde ik de opkomst van de puch op de middelbare school. Jongens die vlakbij school woonden kwamen per puch. Ik vond de stank vies en het lawaai vreselijk. Daar schaamde ik me voor, want een puch was in. Om erbij te horen moest je houden van de puch en de berijders stoer vinden.

Later kwam ik erachter dat er meer mensen waren zoals ik – en dan bedoel ik dus leeftijdgenoten, tieners, twintigers – die niet hielden van lawaai. Of die het milieuvervuilend vonden om te vliegen van Amsterdam naar Parijs. Je kon toch liften? Die het een belediging van de menselijkheid vonden om in een café urenlang met elkaar te praten zonder dat je elkaar verstond, of in de berm op klapstoeltjes te gaan zitten kijken naar files. Maar je sprak er alleen onderling over, met anti-herriegenoten. Als er een herrieverslaafde in de buurt was, deed je mee aan het verheerlijken van brommers, vliegen, rotjes, koffiezetmachines, quads, tetterende evenementen en ontploffende bastonen uit opgevoerde auto’s.

Totdat ik een keer in Zweden op vakantie was. Met de auto, dat wel. In de eeuwige bossen rondom Orsa kon ik uren, dagen wandelen zonder lawaai van autowegen, treinen, vliegtuigen en bestelbusjes van TPG, VGL, DPD of de snelheidskoerier. Ik hoorde de stilte en besefte: ik moet af van de stilteschaamte. Stilte is heerlijk en eerlijk. Ik zeg vanaf nu waar het op staat en laat me niet meer ringeloren. Trap niet meer in de truc van bedrijven die me apparaat-verslaafd maken. Lekker veel bewegen, spaart een abonnement op de sportschool, waar ’s winters behoorlijk gestookt wordt, uit. Snoei de heg met een ouderwetse heggenschaar. Of ik spaar voor een op zonne-energie oplaadbare mits die even lang meegaat, zodat ik hem niet na twee jaar hoef te dumpen op een afvalberg die moet worden afgegraven door stinkende ronkende fossielen.

 

 

Afbeelding van Yatheesh Gowda via Pixabay